Ik ben op 1 december 1964 geboren in Adelaide (Australie), maar opgegroeid in Nederland.

Als kind heb ik al steeds getekend en geschilderd. Na de middelbare school ben ik er intensiever en serieuzer mee aan de slag gegaan (o.a. door lessen te nemen bij Toos van Alphen), maar ik ben al jong getrouwd en moeder geworden. Na de geboorte van ons derde kind ben ik dermate in beslag genomen door de verantwoordelijkheden voor mijn gezin en mijn beroepsleven, dat ik geen tijd en geen ruimte meer tussen mijn oren heb gevonden om met het schilderen bezig te blijven op een manier die tot groei zou leiden, die het tot een wijze van leven zou kunnen maken.

Ik heb geduldig gewacht op het moment dat de kinderen oud genoeg waren en toen de draad weer opgepakt. Van september 2009 tot zomer 2014 heb ik de vijfjarige opleiding schilderen aan de kunstacademie Maasmechelen (B) gevolgd en sindsdien, zoals ik gehoopt en verwacht had, door het schilderen en alles wat daarbij hoort in een vaste greep genomen. Ik concentreer me op portretten en menselijke figuren (landschappen in vlees). Ik werk in principe met alle materialen, de laatste tijd met name met olieverf, bister en pastel.

Groei is alleen mogelijk door je bloot te stellen aan het licht van anderen. Tot mijn belangrijkste inspiratiebronnen horen Lucian Freud en Marlene Dumas. Ik probeer van hen en van anderen te leren, dat wil zeggen hun problemen en hun oplossingen op mijn eigen manier te verwerken.

In de zomer van 2013 heb ik een schilderklas aan de Sommerakademie Traunkirchen (Oostenrijk, Salzkammergut) onder Xenia Hausner gevolgd. In een omgeving waarin eeuwenlang zout in goud is getransformeerd, heb ik twee weken lang geprobeerd mijn eigen zout/zweet om te zetten in iets van waarde. Deze ervaring heeft me hoe dan ook uitdrukkelijk bevestigd in mijn keuze voor het schilderen én voor het schilderen van mensen.

Pingo ergo sum. Ik schilder dus ik ben.
Pingo ergo sunt. Ik schilder dus zijn zij.

Een beeld is geen kopie. Een schilderij moet niet (op iets of iemand) lijken, maar (iets of iemand) zijn. Pas dan is het werk af, tot dan blijf ik bezig.